Donkere kamer van Damokles, lofrede
De donkere kamer van Damokles is een boek dat ik niet
helemaal begrijp, maar een boek dat mij toch erg interesseert. De hoofdpersoon,
Osewoudt, is een klein, lelijk mannetje zonder baardgroei. Aan het begin van
het boek wordt een deel van zijn leven beschreven voor de oorlog. Zijn
krankzinnige moeder heeft zijn vader vermoord, hij trouwt met zijn 7 jaar
oudere, lelijke, volle nicht en hij heeft een sigarenwinkel. In de oorlog komt
er een legerofficier, Dorbeck (die sprekend op Osewoudt lijkt), zijn winkel
binnen om foto’s te laten ontwikkelen. Deze foto’s blijken uiteindelijk het
leven van Osewoudt te veranderen.
De eerste vijf regels van het boek zijn eigenlijk een hele
goede beschrijving van het gedrag van Osewoudt in het verhaal. Osewoudt is net
als de man op het vlot. Osewoudt is op het vlot terechtgekomen door de
opdrachten van Dorbeck. Osewoudt weet dat wat hij doet, hem niet gaat redden
van zijn ondergang. Toch probeert hij zichzelf nog te redden door nog maar een
keer te doen wat Dorbeck zegt. Hij liquideert mensen, ontvoert kleine
jongentjes en heeft een relatie met een Jodin. In zijn eigen ogen is hij dan
ook een echte oorlogsheld.
Maar toch is het niet te voorkomen dat Osewoudt doodgaat aan
de oorlog, net als de man op het vlot doodgaat aan dorst. Osewoudt heeft
namelijk meerdere malen mensen geprobeerd mensen te helpen zich te verstoppen.
Hij wilde ze onderbrengen bij zijn oom, of bij vrienden. Aan het einde van het
boek blijkt echter dat alle personen die hij heeft geholpen, zijn doodgegaan.
Alle personen die Dorbeck kennen, zijn ook doodgegaan. En Dorbeck is spoorloos.
De mentale strijd die Osewoudt in het laatste deel aangaat, is erg troosteloos.
Alles is immers van hem afgenomen.