zondag 19 oktober 2014

De Tachtigers: Kaas, Willem Elsschot

De Tachtigers.

Het naturalisme is een stroming waarbij het belangrijkste is dat de literatuur zo neutraal mogelijk wordt geschreven. Het leven van de hoofdpersoon wordt niet alleen beschreven, maar ook verklaard met factoren als erfelijkheid, milieu en tijd. In kaas is neutraliteit zeker een woord waarmee je de schrijfstijl van het boek beschrijven. Het leven van Laarmans wordt vanuit een objectief standpunt bekeken en hierdoor is de persoon heel menselijk. Zijn leven is simpel, heel gewoon en dit wordt dan ook versterkt door zijn familie en omgeving. Vanuit zijn omgeving komen er niet veel stimulerende factoren om zijn kaashandel op gang te krijgen, wat ook zou moeten verklaren dat de hele onderneming uitloopt op een mislukking.

"De vrije wil"

De vrije wil is een opvatting waar al jarenlang over gediscussieerd wordt. Bestaat hij nou wel, of gewoon niet? Er zijn drie theorieën die de vrije wil zouden kunnen verklaren. De eerste is determinisme, die ervan uitgaat dat ons gedrag helemaal bepaald wordt door genen/natuurwetten. Vrije wil is daar dus slechts een illusie. Ons gedrag is iets wat voortkomt uit op elkaar botsende atomen en niet iets wat voorkomt uit ons denken. Een quote die deze opvatting heel goed beschrijft is dat wat Seneca duizenden jaren gelden al zei over de natuurwetten: "De wetten van de natuur begeleiden hem die toestemt, terwijl ze de onwilligen meesleuren."

Een tweede theorie over de vrije wil is het compatibilisme. Bij deze theorie gaat men ervan uit dat vrije wil te verenigen is met determinisme. Ze zeggen dat vrijheid niet zozeer is dat we absolute keuzevrijheid hebben, maar meer dat we steeds beter in staat zijn om in te zien wat goed voor ons is en waar onze beperkingen liggen. Dit zorgt niet voor een volledige vrije wil, maar wel voor een betere acceptatie van de werking van het determinisme. Je bent dus niet volledig vrij, maar ook niet volledig onvrij.

De laatste theorie is het incompatibilisme waarbij men ervan uitgaat dat we de vrije wil ervaren en dat het daarom gaat. Het maakt dan niet uit hoe gedetermineerd deze wereld is. Ze zeggen dat we burgers zijn van twee werelden, de gedetermineerde wereld en de wereld waarin wij onze eigen vrije wil ervaren. Ook al zijn wij als zintuiglijke wezens overgedragen aan natuurwetten, in onze reflectie bestaat een vrije wil.

Ik denk dat determinisme het beste past bij het naturalisme, aangezien men bij alletwee gelooft dat gedrag te verklaren is uit erfelijkheid, milieu en tijd. Men vindt dat gedrag niet te verklaren is uit een persoonlijk standpunt als vrije wil. In de literatuur merk je dit ook, omdat men niet echt diep ingaat op de hoofdpersoon zijn ellenlange gedachten over dingen die hij wil doen, maar meer over hoe zijn omgeving invloed heeft op deze beslissingen.

Ikzelf vind dat incompatibilisme het beste het begrip 'vrije wil' omschrijft. We zijn immers mensen die uitgaan van waarnemingen, en deze waarnemingen zijn gebaseerd op dingen die we opnemen uit ons milieu. Ons milieu komt voort uit natuurwetten en tijd. Wij worden dus sterk beïnvloedt door alles in en om ons heen, maar dit neemt  niet weg dat iedereen altijd denkt dat we zelf volledig vrij onze beslissingen maken.